Het is een gezicht op de afgebrande korenmolen De Lelie, die in de 19de eeuw aan het Moleneind stond, schuin tegenover de Alambertszkade. Vandaar de straatnaamgeving Moleneind. Tot op heden was alleen een afbeelding van de molen bekend via een reproductie van een schilderij van H.G. ten Hoet. Klaas Spaan schreef er in zijn boek ‘Zo zag ik mijn dorp’ over. Prenten of schilderijen van de afgebrande molen waren tot op dit moment nog nooit getraceerd. Men mag dus gerust spreken van een uniek (kunst)historisch document.
Het was P.J.C. Gabriël (1828-1903), één van de topschilders van de Haagse School, die omstreeks 1880 de korenmolen én de molenaarswoning ernaast schilderde op een stukje schilderslinnen, met vier punaises vastgepind in het deksel van zijn schilderkist. Met fijne, maar losse toets wist hij de molen die in het zonlicht baadt, te vangen. Links de sloot langs het Moleneind die uitkwam bij de molen, op de achtergrond nog een streep helder water van de ‘stille plas’. Gabriël kwam vanaf 1875 in Kortenhoef om er het polderlandschap, de wolkenluchten en de molens te schilderen. Zijn topwerk ‘In de Maand July’, een schilderij van één van de drie watermolens die in de omgeving van de huidige Vreelandseweg stonden, werd in 1885 direct aangekocht door het Rijksmuseum.
De schilders die in het voetspoor van Gabriël naar Kortenhoef kwamen, konden de korenmolen al niet meer schilderen. Door brand was hij omstreeks 1890 verloren gegaan.
Het schilderij werd in het vorige decennium door Carole Denninger, kunsthistoricus en oud bestuurslid van de stichting, herkend in de catalogus 19de eeuwse kunst van Sotheby’s. Daar stond het werk alleen vermeld als ‘Molen in een polderlandschap’. Snelle actie was geboden want de reserves van de stichting waren niet toereikend om dit kostbare, unieke werk op de veiling te kunnen kopen. Dankzij een bliksemactie van oud burgemeester Don Bijl van de gemeente Wijdemeren zegde het Prins Bernhard Cultuurfonds een forse subsidie toe. En zo kwam het werk, nog in originele staat met de etiketten van Kunsthandel Sala achterop, in het bezit van de stichting.
Een voorzichtige reiniging door restaurator Rob Jacobs liet het schilderij in oude glorie herleven. Het zonlicht straalt ervan af, want Gabriël hield –in tegenstelling tot andere schilders van de Haagse School- wel van een zonnetje.