Stoer polderlandschap van Piet van Wijngaerdt (1873-1964)

Stoer polderlandschap van Piet van Wijngaerdt (1873-1964)

Tot de collectie topografische schilderijen van de Stichting Kunstbezit ’s-Graveland behoort een stoer polderlandschap uit 1911 van de schilder Piet van Wijngaerdt (1873-1964). In forse penseelstreken zet Wijngaerdt een impressie van een weiland met slootje en bruggetje neer, en met in de verte zeilbootjes op een plas.

Zoals in het boek ‘De onvergankelijke kijk op Kortenhoef’ van kunsthistorica Carole Denninger te lezen is, was het de Amsterdamse schilder Piet van Wijngaerdt die omstreeks 1910 zijn collega-schilders in de hoofdstad attendeerde op het onbedorven polder- en plassengebied rond Kortenhoef. Van Wijngaerdt onderscheidde zich van zijn voorgangers in de traditie van de Haagse School door zijn brede visie en uitwerking van het simpele poldermotief. Met heel brede kwaststreken schilderde hij de sappige weilanden en de brede wolkenluchten erboven die zich spiegelden in de sloten. Bij Van Wijngaerdt was het altijd puur natuur: mensen zoek je op zijn vroege schilderijen tevergeefs. Kleine details liet hij weg. Het was de natuur zelf die voor hem imposant genoeg was. Zijn forse manier van schilderen vond weerklank bij de jongere generatie schilders van de latere Bergense School: Arnout Colnot, Harrie Kuyten en Dirk Filarski. Ook zij kwamen toen nog vanuit Amsterdam naar Kortenhoef. De trein bracht hen naar Vreeland en daar stapten ze met hun schilderattributen over in een rijtuig dat ze naar Het Rechthuis (nu: Jan en Alleman) bracht. Vandaar trokken ze met hun veldezel en schilderkist de polder in. Later, omstreeks 1930, verbleven ze vast en zeker in het kleine atelier van Harrie Kuyten aan het Moleneind. Dit atelier lag weer op steenworp afstand van de atelierwoning van Dirk Smorenberg aan de Horndijk.