Villa Nova van Hendrika Schaap-van der Pek (1867-1926)

Villa Nova van Hendrika Schaap-van der Pek (1867-1926)

In de B&W-vergaderkamer in het gemeentehuis hangt een enorm groot schilderij uit de collectie van de Stichting Kunstbezit ‘s-Graveland. Het is de tuin van Villa Nova aan de Cannenburgerweg in ’s-Graveland, omstreeks 1910 geschilderd door Hendrika Schaap-van der Pek (1867-1926). Met dit zonnige tuintafereel, achter haar huis geschilderd, bewees de schilderes dat zij minstens zoveel capaciteiten had als haar echtgenoot, de schilder E.R.D. (Egbert) Schaap.

De schilderende partners hadden elkaar leren kennen aan de Amsterdamse Rijksacademie. Allebei waren ze afkomstig uit gegoede families die aan de Vecht woonden. Na hun huwelijk in 1896 vestigden ze zich in Villa Nova, het statige huis dat toen nog op het grondgebied van Ankeveen stond. Ze ontvingen er veel bekende artistieke gasten, zoals Isaac Israels en Geesje Mesdag-van Calcar, de leerlinge van Paul Gabriël die haar houten atelier op palen liet bouwen. Later kwam hier jeugdherberg De Karekiet. Bovendien organiseerden zij tentoonstellingen in hun grote huis.
Egbert Schaap, nu een wat vergeten schilder, was een belangrijk man in de Amsterdamse kunstwereld. Hij publiceerde in 1908 een boekwerkje Romantiek, waarin hij stelde dat kunstwerken begrepen moesten worden als ‘hoogste uiting van den menschelijken geest…’ en wat men in de kunst moest vinden was ‘het stoffelijk geïncarneerde heilige…’. In 1913 werd hij tot voorzitter gekozen van de Amsterdamse schildersvereniging Sint Lucas. De Amsterdamse schilder Kees Maks heeft hem altijd als zijn leermeester beschouwd. Maks, die bekend zou worden vanwege zijn circustaferelen, schilderde in 1896 een Gezicht op Kortenhoef, vermoedelijk toen hij op bezoek was bij het pas getrouwde stel. Hendrika Schaap vervulde eveneens belangrijke functies. Samen met Geesje Mesdag zat zij in 1913 in het bestuur (en in de jury) van de Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913.

In dit zonnige tuingezicht spreekt Hendrika’s voorkeur voor het werk van de Franse impressionisten, vooral voor Monet. Die schilderde omstreeks 1860 ook een heel groot, zonnig tuingezicht met daarin een vrouw in een genopte witte jurk. Het behoort tot een van de eerste schilderijen die plein air, dus ter plekke (buiten) geschilderd zijn. Daarmee wilden de schilders bereiken dat ze het licht van het moment, het heldere zonlicht, zo realistisch mogelijk op het schilderslinnen kregen. Zó dat het lijkt of jij jezelf als toeschouwer op dat moment ook in de tuin waant. Hendrika Schaap had die zonnige impressionistische werken gezien toen ze na haar studie een reis naar Parijs maakte.
Haar echtgenoot beperkte zich na 1913 tot landschappen met bloesemende appel- en perenbomen. Na de dood van Hendrika verdwenen de heldere bloesembomen en kwamen er donkerder plas- en bosgezichten van zijn palet. In 1937 boden de inwoners van ’s-Graveland aan Prinses Juliana en Prins Bernhard een schilderij van Sperwershof aan als huwelijksgeschenk. Ook van E.R.D. Schaap zijn werken opgenomen in de collectie van de Stichting Kunstbezit ‘s-Graveland. Maar niet zo’n fraai, groot werk als De Tuin van Villa Nova van zijn vrouw Hendrika!